Redactioneel

Van de redactie

Mirjam Snel

Hoofdredacteur Tijdschrift Taal 

Terwijl ik dit redactioneel schrijf, woedt er buiten een crisis van pandemische omvang. Een crisis waarin we aan een nieuwe werkelijkheid in het dagelijkse leven vorm moeten geven. Een werkelijkheid waarin we in de rij staan voor de supermarkt, met een boog om elkaar heen lopen, praten tegen beeldschermen, elkaar niet meer aanraken, onze ouderen op afstand begroeten, met mondkapjes in de trein zitten en mensen hun baan verliezen. 

Ook in het onderwijs zijn de gevolgen meer dan zichtbaar. Middels strenge protocollen waarin looproutes worden vastgesteld en het halen en brengen wordt bepaald, zijn de basisscholen en is het voortgezet onderwijs gelukkig alweer open; maar, blijven opleidingen en universiteiten voorlopig angstvallig gesloten. Daar wordt het onderwijs online verzorgd, worden de toetsen digitaal afgenomen en wordt er, zo goed en zo kwaad als dat kan, op afstand met elkaar gecommuniceerd.

 

Ondanks dat niemand in deze nieuwe werkelijkheid de wijsheid in pacht heeft, probeert het onderwijs met man en macht zijn primaire taak zo goed mogelijk uit te voeren. Dit kan alleen als we kennis en ervaringen met elkaar blijven delen, over wat moeten we doen en hoe kan dat zo veilig en zo effectief mogelijk? Het is daarom mooi om te zien dat vele deskundigen belangeloos in actie zijn gekomen en de digitale wereld gebruiken om tutorials, blogs, webinars en artikelen te plaatsen om onze helden uit het onderwijs zo goed mogelijk te ondersteunen.

 

In dit nummer willen we ook een informatieve duit in dat zakje doen, door aandacht te besteden aan het leesonderwijs, het voeren van klassengesprekken en het spellingsonderwijs. Zo maakt Piet Litjens in zijn artikel een contrastieve analyse van informatieve teksten uit zaakvakmethoden van toen en nu. Thoni Houtveen en Roel van Steensel informeren ons over wat begrijpend lezen is en welke elementen van onderwijs in begrijpend lezen bijdragen aan het vergroten van leesbegrip van leerlingen. Carlijn Pereira van de Taalraad sluit hier mooi op aan door de aanbevelingen over het verbeteren van het onderwijs in leesbegrip en de verhoging van leesmotivatie met ons te delen. Hugo van den Ende en Wenckje Jongstra beschrijven in hun artikel hoe het lezen van schurende en naburige teksten bij kan dragen aan de kritische houding van de lezer. Tevens is er aandacht voor het onderzoek van Annerose Willemse. Zij gaat in haar artikel in op het stellen van open vragen en de gevolgen daarvan op het klassengesprek. En tenslotte beschrijven Robert Chamalaun en Anna Bosman waarom je in groep 4 al kunt starten met werkwoordspelling en hoe je dat kunt doen.

 

We leven op dit moment in een gedigitaliseerde 1.5-metermaatschappij, waarin we elkaar op afstand zien en spreken. Ik mis het nabije contact met collega’s, studenten en leerlingen. Gelukkig gaan (in tijden dat ik dit redactioneel schrijf) de scholen weer open en ontmoeten de leerkrachten en leerlingen elkaar weer. Want als ik iets tijdens de coronacrisis geleerd heb, dan is het wel dat het onderwijs eigenlijk pas echt tot leven komt en van betekenis is, als we elkaar in real life, offline, face to face ontmoeten. En blijkt maar weer hoezeer fysiek contact en non-verbale uitingen meer tot onze taal behoren dan we ons wellicht realiseerden.

 

Namens de redactie wens ik u veel inspiratie en gezondheid.

 

Mirjam Snel

Deel dit artikel